‘Hoorzitting’ klinkt gewichtig en bijna net zo intimiderend als de altijd weer imposante huisvesting van ons provinciebestuur. (Alhoewel, laatst fietste ik langs het gouvernementspaleis in Maastricht en dat is ook een dingetje, hoor.) Gewichtig als in ‘belangrijk’ klopt dan weer wel: ons theatrale leven hangt zo’n beetje van die hoorzitting af. De setting deed de gebeurtenis overigens minder eer aan, het ging om een sober vergaderzaaltje aan het eind van de gang, met wat aaneen geschoven tafels en stoelen. Niet echt een decor voor een sleutelscène.
Daar zitten we dan, in een saaie rechthoek naast en tegenover elkaar, als drie, met elkaar opgezadelde delegaties voor een onmogelijk overleg. In gedachten zien we hoe flitsende fototoestellen ons haastig vastleggen: de blikken strak, de handen stram op tafel, klaar voor de verbale veldslag. Wat ontbreekt, zijn flesjes fris en lelijke bloemstukken. Zelfs een enkele waterkan kan er niet af.
Daar gaat-ie. De ene partij (wij, de bezwaarmakers) leest bibberend boos een pleitnota voor die bij iedereen al lang bekend is of dat had moeten zijn. De andere partij (de onafhankelijke juristen) stelt vragen die de tegenpartij (de provincie) hortend en stotend beantwoordt. Iedereen knikt of schudt, ernstig, angstig en kennelijk deskundig. De uitspraak volgt niet over enkele weken zoals bij andere misdrijven gebruikelijk is, maar pas enkele maanden later, als alle 25 hoorzittingen achter de rug zijn.
Het is duidelijk: dit is het spel, daar doe je aan mee en dan zijn dit de regels.
Maar wat zou het godvergeten mooi zijn geweest als de provincie zich bij zo ongekend veel weerstand dit keer eens níet juridisch had ingegraven achter telkens opnieuw opgeworpen barricades van vage uitvluchten en doorzichtige smoezen. Had dit keer je stoel naar achter geschoven, had je ogen uitgewreven, had je op het achterhoofd gekrabd. Had je met z’n allen in dat grote gebouw afgevraagd wat hier aan de hand is. Had ons daarna uitgenodigd, had ons oprecht en open gevraagd wat er scheelt. Had naar ons geluisterd. Had ons gehoord. Had ons vertrouwd.
Maar nee, dit is het spel dat wordt gespeeld. Dit is hoe het hoort, dit is wat we doen en dit is wat je krijgt: een strijd zonder winnaars en een hoop kostbaar gedoe.